Indonesië | Sumatra, Berastagi
Net voordat wij vertrokken uit Bukit Lawang, om naar Berastagi te gaan, ontmoeten we Carmen en Jesse. Het enige wat we van hun wisten is dat zij ook naar Berastagi gingen. Hun namen wisten we op dat moment niet. De rit naar Berastagi was best wild. De eerste twee uur waren we ook aardig wagenziek. Van de laatste twee uur konden we wat meer genieten en reden we door de prachtige landschappen van Sumatra. Het was zo mooi dat we er zelfs een beetje emotioneel van werden. We reden langs kleine primitieve dorpjes. Het ene huis was primitiever dan de ander, maar wat was de omgeving toch mooi!
Net nadat we aankwamen bij ons Guesthouse, kwamen we na 4 minuten Carmen en Jesse weer tegen; dit keer bij hetzelfde Guesthouse. Toevallig hadden we hetzelfde geboekt. Met z’n vieren werden we welkom geheten door Kees: de Guesthouse-eigenaar. Een superlieve man met humor. Hij vertelde alles over de omgeving en binnen no-time boekte we bij hem de twee tours.
Kees vertelde gelijk waar we onze vieze jungle kleding konden wassen, we stonken volgens hem naar orang-oetan. Ook vertelde hij waar we heerlijke Rendang moesten eten. We volgden Kees zijn adviezen op, dropte onze kleding bij een wasvrouwtje en aten de beste Rendang voor een heelijk lokaal prijsje. Het eten kostte 7,50 voor vier personen. Aan deze prijzen kunnen we wel wennen.
Na het eten gingen we met z’n vieren naar de fruitmarkt. Daar proefden we verschillende soorten fruit en kochten we een aardbeienplant voor Kees. Hij was hier blij mee en liet zijn vrouw gelijk de plantjes planten. De volgende keer als we hier weer zijn mogen we van Kees wat aardbeien proeven.
Ghosttown & tradiotionele huizen
In de avond gingen we vroeg slapen. De wekker stond om 04.00 omdat we een vulkaan gingen beklimmen… Althans.. dat was het plan. We werden voor niks wakker; het stormde te hard. Snel vielen we weer in slaap, maar na 10 minuten werden we weer wakker door het ochtendgebed van de naastgelegen moskee.
Samen met Carmen en Jesse gooien we de beide dagen om. In plaats van het beklimmen van de Vulkaan (Gunung Sibayak), gingen we naar de andere vulkaan die voor het laatst was uitgebarsten in 2010. In 2019 spuwde hij voor het laatst aswolken uit. Aan de rand van deze vulkaan ligt een ghosttown. Dit dorpje is helemaal verlaten en wordt langzaam overgenomen door de natuur. Het was erg bijzonder om hier doorheen te lopen. We maakten dit avontuur nog wat spannender door een verlaten kerk in te gaan.
Na ghosttown bezochten we traditionele huizen. Deze stonden in een klein dorpje. We konden de huizen helaas niet in omdat het hele dorp bij een bruiloft was. Doordat we met het busje hier langs waren gereden, wist ook het hele dorp dat er vier Europeanen hun dorp waren binnengekomen. Hierdoor draaiden de rollen even om. Niet zij, maar wij waren de toeristische trekpleister. Een aantal mensen kwamen onze kant op om foto’s en video’s met ons te maken. We kregen een aantal keer een telefoon in ons gezicht geduwd zodat de mensen waarmee er video-gebeld werd, ook dit tafereel konden aanschouwen.
Vulkaan beklimmen poging 2
In de avond stapte we weer vroeg het bed in voor een tweede poging om de vulkaan te beklimmen. Om 04.30 reed het busje van ons guesthouse weg. Dit busje zou ons aan het begin van de vulkaan brengen zodat we daarna nog een uur omhoog konden klimmen. Dit ging niet volgens plan. Na een paar minuten rijden kwamen we een boom tegen die was omgevallen en op de weg lag. Met geen mogelijkheid konden we daar met het busje doorheen. Dat werd dus lopen. Eén. uur. extra.
Normaal gesproken zou een uur extra niet echt heel erg zijn. Maar dit ging heel steil omhoog, zo steil dat we bijna niet vooruit konden komen. Plus met de gedachte dat we nog een vulkaan moesten beklimmen. We waren al half mentaal en fysiek gesloopt voordat we aan de onderkant van de vulkaan stonden.
Het beklimmen van de vulkaan was pittig. Het waaide en regende hard en we hadden al een uur in de benen zitten. Daarbij was onze tourgids zo snel waardoor we hem telkens kwijt raakten. Niet zo fijn als je weet dat deze vulkaan A: actief is en B: er meerdere mensen zijn overleden. Op de kaart die Kees ons had gegeven stond ook: ‘It’s better to not climb alone, visit with guide or friend. People have died. Have a nice trip.’ Om dit bericht moesten we allemaal erg lachen. Maar toen we alleen op deze vulkaan stonden in de heftige wind en regen, lachten we wat minder hard.
Na aardig wat geklim en geklouter en met behulp van een andere gids, kwamen we onze gids weer tegen op de top. Hij zei dat hij ons wel had gezien (ja, ja). Het uitzicht was heel gaaf. De krater waar we een paar minuten daarvoor instonden, konden we nu goed zien. Helaas was het weer te slecht waardoor we geen zonsopkomst zagen.
Met onze ervaring van Bukit Lawang, wisten we dat de terugweg nog moeilijker zou zijn door de gladheid. Langzaam glibberden we naar beneden. Aan de onderkant van de vulkaan stond Kees klaar met versgemaakte loempia’s die zijn vrouw had gemaakt. Wat waren we blij dat we Kees zagen én dat we wat te eten kregen. Op de terugweg namen we een snelle duik in de hotsprings. Kees ging gezellig mee en vertelde verhalen over verschillende overleden mensen die hij had gevonden op de vulkaan toen hij nog niet met pensioen was. Hij had deze verhalen al aan ons beloofd: ‘after walking vulcano, I will tell you the story.’
Bij de guesthouse stond het ontbijt klaar en friste we ons even op. We roken namelijk heerlijk naar zwavel. Samen met Carmen en Jesse vertrokken we naar Lake Toba, een rit van vier uur. Helemaal gesloopt en uitgeput verlieten we Berastagi. Op naar een volgend avontuur.
Wat een avontuur weer bij de vulkaan, wel errug spannend hoor…wat zullen jullie moe zijn geweest….weet niet of jullie ook naar Java gaan en Bromo is ook een prachtige vulkaan om de zonsopgang te zien en met een trap naar de top te gaan en uitzicht over meerdere vulkanen.. Genieten maar weer verder, leuk om te lezen en volg alles hoor…liefs voor beiden😘